Afroommethode, salaris en medicus
Bij medici zijn de persoonlijke kwaliteiten binnen hun bedrijf een belangrijk facet om winst te maken. Het belangrijkste deel van de gemaakte winst kan dus worden toegerekend aan de medicus, edoch binnen de maatschap kunnen ook andere specialisten aan de winst bijdragen. De medicus zelf is dus persoonlijk niet de enige die voor de omzet zorgt.
De Belastingdienst past bij veel medici en advocaten de afroommethode toe bij het bepalen van de verhouding tussen omzet en salaris (gebruikelijk loon). Veelal zal het salaris 70% van de omzet (te verminderen met directe kosten) bedragen. Er zijn nu enkele uitspraken van de Hoge Raad geweest waaruit volgt dat de zogenaamde afroommethode voor medici niet van toepassing is.
Belastingtip medici en vrije beroepers
Als een medicus of een vrije beroeper binnen een maatschap werkt en zijn aandeel hierin via een B.V. in zijn bezit heeft, kan zijn salaris waarschijnlijk lager worden vastgesteld. Dit kan een voordeel voor de inkomstenbelasting tot gevolg hebben.
Belastingdienst, medici en afroommethode
De Belastingdienst was van mening dat de afroommethode voor zogenaamde vrije beroepers als vertrekpunt moet dienen. Uit een uitspraak van de Hoge Raad (d.d. 9 november 2012 nummer 11/03555) volgt echter dat de afroommethode alleen kan worden toegepast als de winst wordt bepaald door persoonlijke arbeid van de directeur-grootaandeelhouder (DGA) (tenminste in zeer belangrijke mate). Als het aandeel in de winst van de medicus voor meer dan 10% wordt bepaald door arbeid van de andere maten (of partners) en / of werknemers of andere personen binnen de maatschap, dan kan de afroommethode niet worden toegepast. Het salaris moet dan dus niet worden bepaald op grond van de omzet / het winstaandeel, maar op grond van zogenaamde soortgelijke werknemers (hiervan mag dan nog 30% marge worden afgetrokken).
Salaris medicus lager vaststellen
Veel medici zullen een zeer hoog salaris moeten uitbetalen (via de B.V.). Bij medisch specialisten zal het salaris veelal rond de € 150.000 - € 200.000 liggen. Bij advocaten, accountants en belastingadviseurs waarschijnlijk op een gelijk of iets lager niveau.
De vrije beroeper mag - met een redelijke tolerantie - een salaris vaststellen dat ook aan andere medici (of advocaten) in dienstbetrekking wordt betaald. U hoeft hierbij niet de meest verdienende te nemen, een doorsnee medicus is voldoende. De hiervoor genoemde uitspraak is van toepassing voor medici (of advocaten etc.) die via een persoonlijke holding participeren in een werk B.V. of een maatschap. De afroommethode blijft wel van toepassing voor medici die alleen werken en / of in een zogenaamde kostenmaatschap werkzaam zijn.
Fictief loon, afroommethode en medici
Om te voorkomen dat de medicus teveel management fee (aandeel in de winst) in zijn B.V. laat zitten, is het zogenaamde fictieve loon in de wet ingevoerd. Het minimum loon bedraagt € 43.000 (gebruikelijkloonregeling cijfers 2013) of het salaris dat gebruikelijk zou zijn in situaties waarin de DGA geen aanmerkelijk belang zou hebben.
Naast de gebruikelijkloonregeling in de Wet op de Loonbelasting is er ook nog een andere regeling die door rechters is ontwikkeld. Dit is de zogenaamde afroommethode. Deze methode wil zeggen dat de Belastingdienst de opbrengsten in een B.V. eerst zal verminderen met de directe kosten en afschrijvingen. Het bedrag dat dan zal resteren (zeg de bruto winst) is de basis voor het uiteindelijke salaris van de DGA. De Belastingdienst zal het fictieve salaris vaststellen op 70% van de 'bruto winst'. Het uiteindelijke fiscale loon mag hiervan nog 30% afwijken.
Zoals nu is gebleken, is de Hoge Raad van mening dat deze afroommethode niet mag worden toegepast als de winst binnen de B.V. voor minder dan 90% wordt behaald met persoonlijke werkzaamheden van de DGA.
Medicus met werknemers
De afroommethode lijkt ook niet van toepassing voor de DGA waarbij in de B.V. ook andere werknemers werkzaam zijn.