Beroepschrift Belastingdienst
U bent in bezwaar gekomen en u blijft van mening verschillen met de inspecteur. Zorg ervoor dat u tijdens de bezwaarfase inzage in uw dossier krijgt. U kunt de Belastingdienst vragen om een dossierinzage.
Als u van mening blijft verschillen, kunt u het geschil voorleggen aan de Rechtbank. Het beroepschrift moet binnen 6 weken na de uitspraak op bezwaar worden ingediend bij de bevoegde Rechtbank. Op de uitspraak op het bezwaar staat opgenomen wanneer u het beroepschrift moet indienen en bij welke Rechtbank. De Rechtbank accepteert een beroepschrift dat per fax wordt ingediend. Met ingang van 1 juli 2010 kunt u uw beroepschrift ook elektronisch indienen. Hoe dit werkt, kan per Rechtbank verschillen.
Gezien het belang van een beroep is het aan te bevelen dat u het beroepschrift via telefax (met ontvangstbevestiging) en per (aangetekende) brief gaat versturen. U ontvangt dan van de Rechtbank binnen een paar dagen een ontvangstbevestiging.
Als u het beroepschrift hebt ingediend, zal de Rechtbank alle bescheiden bij de Belastingdienst opvragen. De Belastingdienst zal daarna een verweerschrift indienen. De rechter kan partijen vragen om te verschijnen en inlichtingen te verstrekken. De rechter kan op 2 manieren beslissen:
- Vereenvoudigde behandelingen: op basis van de schriftelijke bescheiden neemt de Rechtbank een schriftelijke beslissing. Dit zal niet vaak gebeuren, meestal wel als u een beroepschrift te laat heeft ingediend.
- Gewonnen behandeling: er komt een zitting en daarna komt de beslissing. U mag zich laten vertegenwoordigen, maar u bent dit niet verplicht. De rechter moet binnen 6 weken uitspraak doen en kan deze termijn met 6 weken verlengen. De uitspraak is meestal schriftelijk, maar kan soms ook mondeling zijn. Van de mondelinge uitspraak krijgt u binnen 14 dagen een schriftelijk procesverbaal.
Welke Rechtbank?
De rechtbanken voor fiscale zaken zijn:
- Arnhem
- Breda
- Den Haag
- Haarlem
- Leeuwarden
Voorlopige voorziening
Als een uitspraak grote financiële gevolgen heeft, kunt u naast uw beroepschrift (of tijdens de beroepsprocedure) een verzoek indienen voor een voorlopige voorziening, dit moet bij de voorzieningenrechter van de rechtbank. Een voorbeeld hiervoor is een situatie waarbij door de aanslag uw bedrijf in gevaar komt. Een rechter kan hierbij beslissen dat u - lopende het beroep - nog even niet tot betaling hoeft over te gaan. De rechter beslist binnen 1 of 2 weken.
Griffierechten 2010
- Beroep of voorlopige voorziening: € 41 (Gerechtshof en Hoge Raad € 111).
- Beroep of voorlopige voorziening inzake BTW en dividendbelasting: € 150 (Gerechtshof en Hoge Raad € 224).
- Beroep tegen andere besluiten: € 298 (Gerechtshof of Hoge Raad € 448).
De betaling moet vóór de procedure plaatsvinden. Meestal krijgt u binnen een paar weken nadat u het beroepschrift hebt ingediend een acceptgirokaart. Als u geheel of gedeeltelijk gelijk krijgt, wordt het griffierecht aan u terugbetaald door de Belastingdienst.
Hoger beroep
Bent u het met de uitspraak van de Rechtbank oneens, dan kunt u (meestal binnen 6 weken na de uitspraak) in hoger beroep bij het Gerechtshof. Deze zal nogmaals naar de feiten en toegepaste wetgeving kijken. Het kan ook zijn dat de Belastingdienst in hoger beroep gaat, hier heeft u verder geen invloed op. Het Gerechtshof zal volledig en opnieuw naar uw geschil kijken.
Cassatie
In het ergste geval bent u er na de uitspraak van het Gerechtshof nog niet uit. Partijen (u en de Belastingdienst) kunnen het geschil dan voorleggen aan de Hoge Raad. De Hoge Raad beoordeelt het geschil niet meer feitelijk en dus beperkter. De Hoge Raad kijkt of het recht juist is toegepast en de procedures juist zijn verlopen. De Hoge Raad kijkt niet opnieuw naar de feiten.