Bedrijfsfusiefaciliteit
Juridische afsplitsing (zie hierna) biedt praktische voordelen ten opzichte van bedrijfsfusie. Het voornaamste voordeel is de overgang van activa en passiva onder algemene titel. Door middel van de juridische afsplitsing kan men dezelfde fiscale behandeling deelachtig worden als bij bedrijfsfusie. Daarom raden wij aan om in beginsel altijd te kiezen voor juridische afsplitsing in plaats van bedrijfsfusie. Er zijn echter ook feiten en omstandigheden waardoor de bedrijfsfusie beter past bij de situatie. Hieronder zullen wij de bedrijfsfusie nader toelichten.
Als een (zelfstandig deel van een) onderneming wordt overgedragen tegen uitreiking van aandelen, treedt normaliter winstrealisatie op. Op grond van de bedrijfsfusiefaciliteit blijft dit achterwege. De boekwaarden en de investeringspositie worden doorgeschoven. Indien geen sprake is van bijzondere omstandigheden, behoeft de bedrijfsfusie geen voorafgaande goedkeuring door de inspecteur.
Artikel 14 lid 1 Wet Vpb 1969 stelt: ‘De belastingplichtige die zijn gehele onderneming of een zelfstandig onderdeel van een onderneming overdraagt (overdrager) aan een ander lichaam dat reeds belastingplichtig is of door de overname belastingplichtig wordt (overnemer), tegen uitreiking van aandelen in de overnemer (bedrijfsfusie), behoeft de winst behaald met of bij de overdracht niet in aanmerking te worden genomen, mits voor het bepalen van de winst bij de overdrager en de overnemer dezelfde bepalingen van toepassing zijn, de overnemer niet op de voet van artikel 20 aanspraak kan maken op voorwaartse verrekening van verliezen, op vermindering ter voorkoming van dubbele belasting ter zake van buitenlandse resultaten, op toepassing van de octrooibox of op toepassing van de deelnemingsverrekening en latere heffing is verzekerd. Indien de winst niet in aanmerking wordt genomen, treedt de overnemer ten aanzien van alle vermogensbestanddelen die in het kader van de bedrijfsfusie zijn verkregen in de plaats van de overdrager’.
Gehele of zelfstandig gedeelte van een onderneming
Of sprake is van een gehele of zelfstandig gedeelte van een onderneming, is iets wat zal moeten worden beoordeeld aan de hand van de feiten en omstandigheden. Over het algemeen kan snel de conclusie worden getrokken of dit het geval is.
Tegen uitreiking van aandelen in de overnemer
De overdracht van de onderneming zal moeten plaatsvinden tegen uitreiking van aandelen. De nominale waarde van deze uit te reiken aandelen en de storting hierop zullen moeten corresponderen met de waarde in het economische verkeer van de over te dragen onderneming (adequate tegenprestatie).
Dezelfde bepalingen, verrekenbare verliezen en latere heffing
Indien de overdragende en de overnemende onderneming gevestigd zijn in Nederland, zijn dezelfde bepalingen van toepassing. Verder zal de overnemer niet op voet van artikel 20 aanspraak kunnen maken op voorwaartse verrekening van verliezen, op vermindering ter voorkoming van dubbele belasting ter zake van buitenlandse resultaten, op toepassing van de octrooibox of op toepassing van de deelnemingsverrekening. Het vorenstaande geeft tevens aan dat de latere heffing is verzekerd.
Indien niet aan de hiervoor genoemde voorwaarde wordt voldaan, zal een gezamenlijk verzoek van de overdrager en de overnemer aan de inspecteur moeten worden gedaan.
Zakelijke overwegingen
Artikel 14 lid 4 Wet Vpb 1969 bepaalt dat, indien de bedrijfsfusie in overwegende mate is gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing, de bedrijfsfusiefaciliteit (ondanks het voldoen aan de hiervoor genoemde voorwaarden) niet kan worden toegepast. Zakelijke overwegingen liggen aan de fusie ten grondslag bij het rationaliseren van de actieve werkzaamheden, het mogelijk maken van een participatie van investeerders en / of spreiding van (aansprakelijkheids)risico.
Zakelijke overwegingen worden op basis van artikel 14, lid 4, Wet Vpb 1969 niet aanwezig geacht indien de aandelen in de overdrager dan wel de overnemer binnen drie jaar na de overdracht geheel of ten dele, direct of indirect worden vervreemd aan een lichaam dat niet met de overdrager en de overnemer is verbonden, tenzij het tegendeel aannemelijk wordt gemaakt.
Indien nieuwe investeerders (participanten) worden aangetrokken, zal dit moeten geschieden voor uitgifte van nieuwe aandelen. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat een vervreemding als bedoeld in de laatste volzin van art. 14, lid 4, Wet Vpb 1969, niet aan de orde is als door middel van een emissie het aandelenkapitaal in de overdrager en / of de overnemer wordt uitgebreid. Voor het ongedaan maken van de eerder verleende faciliteit behoeft dan niet te worden gevreesd [1].
Om te bepalen welke fiscale faciliteit het beste past bij u, zullen de exacte feiten en omstandigheden moeten worden beoordeeld.
[1] NnV, Kamerstukken II, 1997-1998, 25 709, nr. 5, p. 8.