Omzetten afgewaardeerde vorderingen in aandelenkapitaal
In de praktijk zien we vaak dat, naast een aandelenoverdracht, ook een vordering op de overgenomen vennootschap wordt gekocht. Vaak geschiedt de overname van de vordering tegen een waarde die beneden de nominale waarde ligt (koopprijs is lager dan de waarde van de corresponderende schuld).
Indien het bovenstaande het geval is, kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om de vordering om te zetten in aandelenkapitaal. Kort gezegd zet u door deze omzetting in aandelenkapitaal een belaste claim om in een onbelaste claim. Indien de schuld namelijk geheel wordt terugbetaald in de toekomst, dan realiseert u een winst ter grootte van het verschil tussen de aankoopwaarde en de nominale waarde. Na omzetting van de vordering in aandelenkapitaal zal dit verschil niet meer in de winst tot uitdrukking komen. Dit heeft te maken met de verschillende fiscale behandeling tussen vreemd vermogen en eigen vermogen. Bijkomend voordeel is dat de aanwezige verliezen in dit geval in stand blijven en derhalve in de toekomst kunnen worden verrekend met winsten.
Indien u een vordering koopt voor € 50.000, terwijl de nominale waarde
€ 200.000 bedraagt, dan realiseert u een besparing van
€ 37.500 (€ 150.000 x 25% Vpb).
Voor de liefhebbers geef ik hieronder de theoretische uiteenzetting van het vorenstaande weer. Dit is een lastige materie en derhalve zal het voor een leek moeilijk te volgen zijn.
Theoretische uiteenzetting omzetten afgewaardeerde vordering in aandelenkapitaal
Allereerst is het belangrijk te weten wat het verschil is in de fiscale behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen. De fiscale behandeling van deze twee vormen van vermogensverstrekking zal eerst kort worden toegelicht.
Eigen vermogen
De vergoeding op de vermogensverstrekking in de vorm van eigen vermogen (dividend) komt niet in mindering op de winst van de uitkerende vennootschap. De corresponderende bate wordt overeenkomstig niet belast bij de ontvangende vennootschap [1].
Vreemd vermogen
De vergoeding op de vermogensverstrekking in de vorm van vreemd vermogen (rente) komt wel in mindering op winst van de uitkerende vennootschap. De corresponderende bate zal overeenkomstig bij de ontvangende vennootschap in de winst worden betrokken (belast).
Voor dit artikel is het belangrijk om bovenstaande verschillende fiscale behandelingen te onthouden.
Voorbeeld
- Y B.V. heeft een 100% dochter: Z B.V.
- Y B.V. heeft Z B.V. in het verleden een lening gegeven van € 100.
- X B.V. koopt alle aandelen Z. B.V. van Y B.V.
- Aangezien Z. B.V. haar schuld niet kan aflossen aan Y B.V., wordt tevens de vordering van Y B.V. overgedragen aan X B.V. voor € 10.
Dit voorbeeld zal doorwerken in dit artikel.
Fiscale gevolgen transacties
Allereerst concluderen we in bovenstaand voorbeeld dat sprake is van een vermogensverstrekking in de vorm van vreemd vermogen [2]. Dit betekent dat de rentelast bij Z B.V. aftrekbaar is en de rentebate bij Y B.V. (later X B.V.) belast is.
Op het moment van verkoop wordt tevens de vordering door Y B.V. aan X B.V. verkocht tegen een lager bedrag dan de nominale waarde. De waarde die X B.V. op haar balans zet voor deze vordering is derhalve € 10. De corresponderende schuld op de balans van Z B.V. staat voor de nominale waarde op haar balans, te weten € 100.
Indien de schuld ooit zal worden terugbetaald door Z B.V. aan X B.V., dan zal alles wat X B.V. boven de boekwaarde (€10) ontvangt, belast zijn met vennootschapsbelasting. In dit geval zal € 90 worden belast tegen 25% vennootschapsbelasting (€ 22,50).
Teneinde het vorenstaande te voorkomen, kan de vordering worden omgezet in aandelenkapitaal waardoor de claim van de Belastingdienst verloren gaat.
Omzetting van de vordering in aandelenkapitaal
Zoals hierboven reeds omschreven, is het verstandig om nieuwe aandelen door Z B.V. uit te laten geven aan X B.V. tot een bedrag gelijk aan de nominale waarde van de schuldvordering (€ 100). Dit dient te geschieden op het moment dat de vordering niet volwaardig is (vordering moet op dat moment de waarde hebben van de aankoopwaarde).
Het standpunt van de Hoge Raad in een dergelijke situatie is, dat de realiteit van de kapitaalstorting inhoudt dat een objectief onvolwaardige vordering krachtens de bedoeling van partijen kan worden geconverteerd in een volwaardige vordering ter voldoening aan de inbrengprestatie. De aandeelhouder kan zich niet op schuldvergelijking beroepen (art. 2:80, lid 4 juncto 2:191, lid 3 BW), maar kan wel met de vennootschap overeenkomen dat storting door inbreng van, of verrekening met een vordering op de vennootschap plaatsvindt. Aangezien de conversie van een vordering in aandelenkapitaal wordt behandeld als een storting in contanten, zijn de waarderingsvoorschriften voor inbreng in natura ex art. 2:94a BW niet van toepassing en derhalve is geen accountantsverklaring nodig.
Voor wat betreft de moedermaatschappij, in dit geval X B.V., is in een arrest van de Hoge Raad bepaald dat ook de moedermaatschappij geen winst realiseert, aangezien goed koopmansgebruik haar toestaat de verkregen aandelen, evenals de vordering voor de lagere waarde te boek te stellen. Een latere waardestijging van de aldus verdwenen vordering wordt dan aan de fiscus gepresenteerd als een onbelaste opwaardering van de deelneming. In dit verband is tevens een regeling in de Wet op de vennootschapsbelasting opgenomen [3], art. 13 ba Wet Vpb, die zich richt tegen dergelijke omzettingen van afgewaardeerde vorderingen. Een voorwaarde van art. 13ba Wet Vpb is, dat er moet zijn afgewaardeerd door de belastingplichtige of een met hem verbonden lichaam. Die vennootschap die in eergenoemd voorbeeld heeft afgewaardeerd, te weten Y B.V., wordt niet als verbonden lichaam van X B.V. aangemerkt, waardoor art. 13ba Wet Vpb toepassing mist.
Een ander voordeel van bovenstaande structurering is, dat eventuele verliezen bij Z B.V. niet verloren gaan als gevolg van de omzetting. Bij een andere vorm waardoor de schuldvordering verdwijnt, te weten de ‘kwijtschelding’, zullen deze verliezen (gedeeltelijk) verloren gaan.
Zoals blijkt uit dit artikel, is het lastige materie waarbij alles op
de juiste manier vorm moet worden gegeven.
[1] Er vanuit gaande dat de deelnemingsvrijstelling van toepassing is.
[2] In dit artikel wordt niet ingegaan op de mogelijkheid van herkwalificatie
van de lening.
[3] Artikel 13ba Wet op de vennootschapsbelasting 1969.