Belastingplicht voor overheidslichamen
Deze nieuwe wetgeving is door de Eerste en Tweede Kamer gekomen en zal haar intrede doen per 1 januari 2016. Veel grotere kantoren maken nu hun commerciële roadshow langs gemeenten. Diverse overheidsbedrijven zijn vanaf 2016 belastingplichtig voor de winstbelasting (vennootschapsbelasting).
Het moet hierbij gaan om overheidsbedrijven die:
- winst maken;
- structureel overschotten behalen;
- via hun activiteiten concurreren met de markt.
De basis is: het overheidslichaam is belastingplichtig voor de VPB tenzij er een vrijstelling van toepassing is. Soms (zoals bij stichtingen en verenigingen) hoeft niet over alle activiteiten sprake te zijn van belastingplicht. Het gaat dan om de activiteiten die een onderneming drijven.
Voor welke overheidslichamen geldt deze regeling?
Deze regeling geldt voor onderstaande organen, mits zij een onderneming drijven:
- de gemeente, provincie en staat;
- waterschappen;
- zelfstandige bestuursorganen;
- indirecte overheidslichamen (rechtspersonen in handen van de overheid).
Voor welke overheidslichamen geldt deze regeling niet?
De regeling inzake de winstbelasting (VPB) geldt niet voor (subjectieve vrijstelling):
- onderwijsinstellingen;
- academische ziekenhuizen;
- zeehavenbeheerders;
- echte overheidstaken (voorbeeld: brandweer, uitgifte paspoort, watervoorziening, etc.);
- echte interne activiteiten (niet in economisch verkeer, dus niet voor derde werken).
Wanneer is er sprake van een onderneming?
Dit zal voor veel overheidslichamen een lastige vraag zijn. Bij de vraag wanneer er sprake is van het drijven van een onderneming is fiscale kennis vereist en advisering wenselijk. Men kan kijken naar het volgende:
- Is er een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid?
- Is er een winststreven (of winst wordt behaald is niet van belang, vraag is: wordt voordeel beoogd en is dit te verwachten.)?
- Wordt er deelgenomen aan het economische verkeer (bij enkel interne activiteiten is hier geen sprake van)?
- Wordt er in concurrentie getreden?
Bovenstaande zal een uitdaging worden. De meeste cijfers van overheidsorganen zijn opgesteld als een non-profit organisatie. Er zouden feitelijk fiscale jaarstukken moeten worden opgesteld. Als deze er niet zijn, dan moet een accountant commerciële cijfers opstellen (hierbij kijken naar de fiscale wetgeving, zoals afschrijvingen, voorzieningen en reserves). Vervolgens moet er nog worden gekeken of er een objectvrijstelling is (bijvoorbeeld voor samenwerkingsverbanden, interne activiteiten, etc.).
Voor nu moeten overheidslichamen eerst beoordelen of er sprake is van VPB-plicht. Daarna kan men hun tanden stukbijten in de fiscale openingsbalans per 1 januari 2016.
Heeft u vragen of opmerkingen ... stuur ons gerust een bericht.