Voorbeeldovereenkomst artiestenregeling individueel
Vervanging VAR verklaring 2016 voor artiesten
Beoordeling Belastingdienst nr. 9101586370-1 | 07-10-2015
Beoordeling overeenkomst artiestenregeling.
Ik ben van mening dat werken volgens de bijgevoegde overeenkomst voor
de opdrachtgever vanaf 1 januari 2016 niet leidt tot de verplichting loonheffingen
af te dragen of te voldoen. Na aanpassing van de regelgeving voorziet deze
voorbeeldovereenkomst in de mogelijkheid om de fictieve dienstbetrekking
en de gageregeling voor artiesten buiten toepassing te laten.
Op dit moment bestaat voor artiesten in bepaalde situaties de mogelijkheid
om gebruik te maken van een Verklaring arbeidsrelatie (VAR). Indien het
wetsvoorstel ‘Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties’ door het parlement
wordt aangenomen, zal deze mogelijkheid vanaf 1 januari 2016 komen te vervallen.
Toelichting
Dienstbetrekking en gageregeling.
Bij mijn beoordeling ga ik uit van de op dit moment geldende regelgeving.
Ik ben van mening dat werken volgens de bijgevoegde overeenkomst niet leidt
tot een privaatrechtelijke dienstbetrekking tussen opdrachtgever en artiest.
Na een beoogde wijziging van de regelgeving per 1 januari 2016, bestaat
naar verwachting de mogelijkheid dat opdrachtgever en opdrachtnemer in
bepaalde situaties gezamenlijk kunnen bepalen dat de fictieve dienstbetrekking
en de gageregeling voor artiesten buiten toepassing worden gelaten. Daarvoor
dient voor de aanvang van de betaling een schriftelijke overeenkomst te
worden gesloten, waaruit blijkt dat het de bedoeling is van beide partijen
dat deze regelingen niet van toepasing zijn. Een concept van de AmvB waarin
dit zal worden geregeld is aan de Eerste Kamer toegezonden.*1) De bijgevoegde
voorbeeldovereenkomst voldoet aan de daarin gestelde voorwaarden. Deze
beoordeling is onder voorbehoud, zolang de nieuwe regeling nog niet van
toepassing is.
De voorbeeldovereenkomst met toelichting is opgesteld door zeven belangenorganisaties
in de podiumkunsten.
De betrokken belangenorganisaties zijn: − VSCD: Vereniging van Schouwburg-
en Concertgebouw Directies te Amsterdam, www.vscd.nl
− VNPF: Vereniging van Nederlandse Poppodia en Festivals te Amsterdam,
www.vnpf.nl − NAPK: Nederlandse Associatie
van Podiumkunsten te Amsterdam, www.napk.nl
− MMF: Music Managers Federation te Rotterdam, www.mmfnl.com
− Ntb: Nederlandse Toonkunstenaars Bond te Amsterdam, www.ntb.nl
− FNV KIEM: Federatie Nederlandse Vakverenigingen Kunsten Informatie Entertainment
en Media te Amsterdam, www.fnv-kiem.nl
− Act: Belangenvereniging voor acteurs te Amsterdam, www.acteursbelangen.nl.
Meer informatie over de thans nog geldende regelingen voor artiesten
die optreden op grond van een overeenkomst voor korte duur, kunt u vinden
op de website van de Belastingdienst en de daar gepubliceerde ‘Handleiding
Loonheffingen artiesten- en beroepssportersregeling’.
Zekerheid onder voorwaarde conforme feitelijke uitvoering.
Opdrachtgever hoeft geen loonheffingen af te dragen of te voldoen als
partijen in de praktijk handelen conform hetgeen zij overeen zijn gekomen
in de door de Belastingdienst beoordeelde overeenkomst op grond waarvan
geen sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking en de gageregeling voor
artiesten.
*1) Eerste Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 34 036, C.
*2) Ik heb mijn standpunt gegeven naar aanleiding van het ingediende verzoek
om vooroverleg. Ik heb mijn oordeel uitsluitend gebaseerd op de tekst van
de voorgelegde overeenkomst.
Geen oordeel over ondernemerschap.
De Belastingdienst beoordeelt overeenkomsten alleen op de elementen die van belang zijn om de vraag te kunnen beantwoorden of sprake is van de plicht tot het afdragen of voldoen van loonheffingen. De Belastingdienst kan op basis van een voorgelegde overeenkomst geen oordeel geven over de fiscale kwalificatie van de inkomsten van de opdrachtnemer in de inkomstenbelasting. Het standpunt voor de loonheffingen heeft evenmin betekenis voor de omzetbelasting.
Gebruik kenmerknummer beoordeling.
Deze beoordeling is bij de Belastingdienst op 07-10–2015 geregistreerd
onder nummer nr. 9101586370-1
Verwijzing naar de beoordeling.
Bij het gebruik van een door de Belastingdienst beoordeelde voorbeeldovereenkomst,
moet de daadwerkelijk gebruikte overeenkomst verwijzen naar het door de
Belastingdienst toegekende nummer van het beoordeelde model. Daarvoor dient
in de overeenkomst tussen opdrachtgever en opdrachtnemer steeds de volgende
tekst te worden gebruikt:
“Deze overeenkomst is gelijkluidend aan de door de Belastingdienst op 07-10-2015
onder nummer 9101586370-1 beoordeelde overeenkomst.”
Indien bovenstaande tekst niet wordt opgenomen in de overeenkomst, kunnen
partijen aan de door opdrachtgever en opdrachtnemer gebruikte overeenkomst
niet het vertrouwen ontlenen dat er geen loonheffingen hoeven te worden
afgedragen of voldaan. Wijzigingen in de tekst van de door de Belastingdienst
beoordeelde overeenkomst kunnen gevolgen hebben voor de loonheffingen.
Geldigheidsduur beoordeling.
Het oordeel over deze overeenkomst heeft een geldigheidsduur van vijf
jaar, te rekenen vanaf de datum van de goedkeuring, onder voorbehoud van
wijzigingen in relevante wet- of regelgeving gedurende die vijf jaar. Ook
jurisprudentie kan aanleiding zijn het oordeel over deze overeenkomst voor
de toekomst in te trekken. Daarbij zal de Belastingdienst de beginselen
van behoorlijk bestuur in acht nemen.
Geen aansprakelijkheid voor schade.
De Belastingdienst heeft de overeenkomst uitsluitend beoordeeld met
het oog op het geven van zekerheid voor het werken buiten dienstbetrekking
in het kader van de loonheffingen. De Belastingdienst is niet aansprakelijk
voor gevolgen, van welke aard dan ook, van het gebruik van het model.
Versie: 08-10-2015 A
Sectormodelovereenkomst opgesteld door: VSCD, VNPF, NAPK, MMF, Ntb,
FNV KIEM, Act en All Arts.
Modelovereenkomst “OPTING-OUT” UIT DE ARTIESTENREGELING
(voor optreden van een INDIVIDUELE ARTIEST)
A. Naam .............................., geboren op ......-......-......,
Adres .............................., .............................., evt.
vertegenwoordigd door .............................. (naam), ..............................
(adres) (hierna: artiest)
B. Naam .............................., vertegenwoordigd door ..............................,
Adres .............................., ..............................,
(hierna: opdrachtgever)
verklaren overeengekomen te zijn als volgt
1. De artiest zal op ......-......-20... (datum) optreden in ..............................
(plaats). Hiervoor is een overeenkomst gesloten, waarin de afspraken voor
dit optreden zijn vastgelegd. Als dit een schriftelijke overeenkomst is,
wordt deze hierbij gevoegd. Deze modelovereenkomst is een aanvulling op
de bestaande overeenkomst en beoogt slechts de aspecten voor de loonbelasting
en sociale verzekeringen te regelen.
2. Artiest en opdrachtgever sluiten geen arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW), maar een overeenkomst van opdracht (art. 7:400 BW). Hiervoor zijn de volgende kenmerken van belang:
a. De opdrachtgever heeft geen zeggenschap over de artistieke inhoud en uitvoering van het optreden.
b. De artiest heeft vooraf laten weten welk soort programma hij zal gaan brengen en de opdrachtgever is hiermee bekend en akkoord.
c. De artiest is geheel vrij om de concrete inhoud van het optreden te bepalen en op eigen wijze uitvoering daar aan te geven.
d. De artiest maakt (ten dele) gebruik van eigen materialen.
e. De artiest maakt zelf reclame voor zijn werkzaamheden, terwijl de opdrachtgever specifieke reclame kan maken voor dit optreden.
f. Deze overeenkomst wordt uitsluitend aangegaan voor de duur van het
optreden en de technische werkzaamheden voor en na dit optreden.
3. Er ontstaat hierdoor geen dienstbetrekking, waardoor de artiestenregeling
van art. 5a Wet LB en art. 4 Besluit van 24 december 1986 (sociale verzekeringen)
van toepassingis. De artiest kiest er echter voorom géén gebruik te maken
van deze artiestenregeling, dus om géén loonheffingen te laten afdragenen
niet verzekerd te zijn voor de werknemersverzekeringen (“opting-out”).
Door deze keuze mag de opdrachtgever de gage voor het optreden bruto aan
de artiest betalen.
4. Deze modelovereenkomst is gelijkluidend aan de door de Belastingdienst op <datum> onder nummer <datum> beoordeelde modelovereenkomst. Indien de werkwijze in de praktijk overeenkomt met hetgeen in onderdeel 2 van deze overeenkomst wordt beschreven, is de opdrachtgever gevrijwaard van de afdracht van loonheffingen.
Dit model kan gebruikt worden t/m 31 december 2020, behoudens eerdere
intrekking door de Belastingdienst.
Aldus schriftelijk bevestigd in tweevoud op ......-......-20... te ..............................,
.............................. (artiest of evt. vertegenwoordiger) (opdrachtgever)
Versie: 08-10-2015
Sectormodelovereenkomst opgesteld door: VSCD, VNPF, NAPK, MMF, Ntb,
FNV KIEM, Act en All Arts.
TOELICHTING MODELOVEREENKOMSTEN A EN B “OPTING-OUT” UIT DE ARTIESTENREGELING
voor een optreden van een individuele artiest of gezelschap
1. Voor wie bedoeld? Deze modelovereenkomsten zijn vanaf 2016 bedoeld voor
artiesten en gezelschappen die losse optredens voor verschillende opdrachtgevers
doen. Er zijn twee modelovereenkomsten, namelijk voor een individuele artiest
(A) en voor een gezelschap (B). Zij kunnen hiermee de keuze maken om geen
gebruik te maken van de “artiestenregeling” van art. 5a Wet LB en art.
4 van Besluit van 24 december 1986 (sociale verzekeringen).
2. Niet verplicht, zonder modelovereenkomst geldt de artiestenregeling.
Het gebruik van een modelovereenkomst is niet verplicht voor een artiest
of gezelschap. Zonder expliciete overeenkomst om af te zien van de artiestenregeling
geldt die artiestenregeling, waarvoor een gageverklaring moet worden ingevuld
en de artiesten de kleinevergoedingsregeling (KVR) kunnen toepassen. Als
de gage hoger is dan deze KVR, zullen loonheffingen moeten worden afgedragen.
Het is een keuze van de artiest, het gezelschap en de opdrachtgever om
de artiestenregeling te gebruiken dan wel daar van af te zien. In dat laatste
geval is een overeenkomst nodig, waarvan deze twee goedgekeurde modelovereenkomsten
gebruikt kunnen worden (of kan een inhoudingsplichtigenverklaring (IPV)
gebruikt worden; zie punt 4 hierna).
3. Alleen geldig als er geen arbeidsovereenkomst / dienstbetrekking bestaat.
Voor deze modelovereenkomsten A en B wordt er van uitgegaan dat er geen
arbeidsovereenkomst bestaat tussen de opdrachtgever en de artiest of het
gezelschap, dus dat er geen gezagsverhouding is. Dit blijkt uit de duur,
namelijk één enkel optreden, en uit de omstandigheden van art. 2 van de
overeenkomst. Hierdoor ontstaat er geen dienstbetrekking. Mocht er toch
wel sprake zijn van een gezagsverhouding en dus van een arbeidsovereenkomst,
dan kan deze modelovereenkomst niet gebruikt worden. Juridisch is “opting-out”
niet mogelijk uit een arbeidsovereenkomst. In dat geval zijn de gewone
regels van de dienstbetrekkingvan toepassing, zijn de artiest of leden
van het gezelschap verplicht verzekerd en vallen zij onder de inhouding
van loonbelastingdoor hun werkgever.
4. Inhoudingsplichtigenverklaring (IPV) Als de leider van een gezelschap,
een artiestenbureau, een gezelschap, een rechtspersoon of een verloningsbureau
over een inhoudingsplichtigenverklaring (IPV) beschikt, hoeft géén modelovereenkomst
gebruikt te worden, maar is deze IPV voldoende om de opdrachtgever te vrijwaren.
Als de houder van de IPV vervolgens een brutobetaling wil doen aan een
artiest of gezelschap, moet wel een modelovereenkomst gebruikt worden (tenzij
er ook in die relatie een IPV is). De houder van de IPV vult zijn gegevens
dan in bij “opdrachtgever” op modelovereenkomst A of B.
5. Vertegenwoordiging zonder IPV. Een artiest of gezelschap kan zich ook
laten vertegenwoordigen door iemand die geen IPV heeft. In dat geval worden
de modelovereenkomsten A resp. B gebruikt. Op modelovereenkomst A kunnen
zowel het adres van de artiest als van de vertegenwoordiger worden ingevuld.
Op modelovereenkomst B kan voorop het adres van de vertegenwoordiger en
kunnen achterop de adressen van de leden van het gezelschap worden ingevuld.
Versie: 08-10-2015
Sectormodelovereenkomst opgesteld door: VSCD, VNPF, NAPK, MMF, Ntb, FNV
KIEM, Act en All Arts.
6. Buitenlandse artiesten en gezelschappen. Deze modelovereenkomsten zijn
niet bruikbaar voor in het buitenland woonachtige artiesten en gevestigde
gezelschappen.
7. Bij een gezelschap de gegevens van de leden invullen. Bij een gezelschap
is het belangrijk om de gegevens van de leden achterop modelovereenkomst
B in te vullen, omdat zij er persoonlijk voor kiezen om geen gebruik te
maken van de artiestenregeling en dus niet verzekerd te zijn voor de sociale
verzekeringen. De leden van het gezelschap moeten hun vertegenwoordiger
voldoende gemachtigd hebben om namens hen deze overeenkomst te sluiten.
Bij doorbetaling van het gezelschap naar de leden hoeft niet weer een modelovereenkomst
gesloten te worden, want daarvoor is modelovereenkomst B van het gezelschap
voldoende. Het voorgaande geldt niet als de leider of het gezelschap een
inhoudingsplichtigenverklaring heeft, want dan is punt 4 hiervoor van toepassing.
8. Schriftelijke vastlegging voor de betaling. De wetgever verlangt in
de regelgeving voor “opting-out” uit de artiestenregeling dat deze keuze
schriftelijk wordt vastgelegd. Dit betekent dat de modelovereenkomst door
beide partijen moet worden ondertekend. Het is toegestaan om deze na ondertekening
digitaal te bewaren.De artiest of het gezelschap moet het tweede exemplaar
van deze overeenkomst in zijn eigen administratie bewaren. De modelovereenkomst
moet worden opgesteld en ondertekend voordat de uitbetaling plaatsvindt.
9. Kort overzicht van “opting-out” uit artiestenregeling.
x Opdrachtgever betaalt aan individuele artiest modelovereenkomst A (evt.
via vertegenwoordiger (zonder IPV)).
Opdrachtgever betaalt aan gezelschap modelovereenkomst B (evt. via vertegenwoordiger
(zonder IPV)).
x Opdrachtgever betaalt aan houder van IPV geen modelovereenkomst nodig,
maar kopie IPV. Houder van IPV betaalt aan individuele artiest modelovereenkomst
A. Houder van IPV betaalt aan gezelschap modelovereenkomst B.
x Opdrachtgever betaalt aan vertegenwoordiger modelovereenkomst A voor
individuele artiest zonder IPV modelovereenkomst B voor gezelschap.
x Buitenlandse artiesten en gezelschappen geen modelovereenkomsten mogelijk.
x Geen modelovereenkomst of IPV artiestenregeling met gageverklaring en
evt. kleinevergoedingsregeling (KVR).